48 uur Roemenië

Wanneer ik over Schiphol drentel zie ik in de verte een grote roze vlek. Als ook ik even later mijn roze mega trui over mijn hoofd trek en me bij mijn klasgenoten voeg ben ik gespannen. Onderzoekend kijk ik om me heen en probeer ik klasgenoten aan hun ouders te koppelen, wat maar deels lukt. Alles voelt  gek en onwerkelijk.

___________________________

We zwaaien onze families wel tien keer gedag omdat we niet kunnen stoppen, stuntelen met onze koffers, (oké , ik stuntel met mijn koffer), en stressen om haastige controles. Gelukkig staat de Starbucks na de douane voor ons klaar als anti-stress medicijn, waar we genieten van die nodige witte bekertjes koffie. Als we in de eindeloze zee van wolken belanden waar tijd niet meer lijkt te bestaan, spelen we Pictionary en eten we onze lunch uit papieren zakjes. Weer op de grond rennen we over het vliegveld van Bukarest, dwars door een tv-opname, om de volgende vlucht te halen. Wanneer we in het propellervliegtuigje zuchten van opluchting, zien we Roemenië voor het eerst. In de bus die we vervolgens nemen ontstaat een discussie over of Roemenië meer op Thailand, Oostenrijk, Spanje of België lijkt. We zijn er nog niet uit. Misschien lijkt Roemenië gewoon op Roemenië. We stoppen na een half uur voor pizza en komen om middernacht aan bij het hotel, dat gezellig en schattig is. He-le-maal gesloopt zijn we, waardoor we al snel in onze bedjes duiken. Ik trek de dekens over mijn schouders heen. We zijn er, denk ik. We zijn er gewoon echt.

Als de volgende ochtend om acht uur de wekker gaat rol ik moe mijn warme hotelbed uit. Ik graai in mijn koffer, schud wat met mijn haar, poets mijn tanden en loop maar half wakker de lobby in. We wandelen naar de kantine van de school waar we drinken van zoete thee en eten van cornflakes met warme melk. Als we welkom geheten worden en een rondleiding door de school volgt, verwonderen we ons over het zacht gelige licht dat door de ramen op de geblokte tegeltjes valt. Het biologielokaal met duizend grote planten wordt omgedoopt tot 'de jungle' en het altaar in de school wordt bestudeerd. Onder de indruk lopen we achter de Roemenen aan, die veel beter Engels spreken dan we hadden gedacht. We stellen ons ongemakkelijk voor en worden in groepjes verdeeld voor een project, waar we later in de week aan zullen werken. Wanneer we buiten staan is het zacht weer, en de bus komt al aangereden. Een kleine tien minuten later lopen we rond in het winkelcentrum. Karren worden volgeladen met chocolade en flessen water, we springen melig door de supermarkt heen en eten later weer in de kantine ons avondeten. Mijn hoofd zit bomvol met alle indrukken en het voelt fijn om 's nachts weer mijn rustige hotelkamer binnen te stappen, waar naast het geblaf van honden in de verte, niets meer te horen is.


______________________

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen